Dierenkliniek de Wingerd
  • Home
  • De praktijk
    • Diensten
    • Faciliteiten
    • Medewerkers
  • Nieuws
  • Tips
    • Vuurwerkangst hond en kat
    • Spoed
    • Vergiftigingen
    • Vlooien
    • Teken
    • Honden >
      • Vaccinatie
      • Chippen
    • Katten >
      • Vaccinatie
      • Voortplanting / castratie
    • Konijnen >
      • Zorg voor uw konijnen
      • Vaccinatie en medisch onderzoek
      • Veel gestelde vragen over myxomatose en VHS
      • Veel voorkomende andere medische problemen
      • Samenvatting
  • Aanbiedingen
  • Contact
    • Stage
    • Afspraak
    • Openingstijden
  • Links

Vaccineren

Een vaccin is een middel dat in het lichaam wordt gebracht om bescherming op te wekken (afweer) tegen een ziekteverwekker. 
De meeste vaccins worden ontwikkeld om ernstige of dodelijk verlopende ziekten, die zich makkelijk tussen dieren kunnen verspreiden, te voorkomen.

Hoe werkt een vaccin

Een vaccin bestaat uit een oplossing waarin zich een ziekteverwekker (een bacterie of virus) bevindt die ervoor zorgt dat de kat stoffen gaat produceren tegen deze ziekteverwekker, Deze stoffen worden antistoffen genoemd. 
Naast de aanmaak van antistoffen worden ook specifieke cellen in het bloed geactiveerd die voor de afweer van belang zijn.

Als de kat hierna in contact komt met de echte ziekteverwekker, dan zijn er al antistoffen aanwezig die direct de strijd hiermee aangaan en worden ook heel snel nieuwe antistoffen aangemaakt. Dit wordt een afweerreactie genoemd. de bacterie of het virus in het vaccin is ofwel doodgemaakt of zodanig verzwakt dat er wel een afweerreactie wordt opgewekt, maar zonder dat de kat zelf ziek wordt.


Tegen welke ziekten kan ik mijn kat laten vaccineren?

In Nederland zijn op dit moment vaccins beschikbaar tegen de volgende ziekten:

  • Kattenziekte, veroorzaakt door het feline panleukopenie virus
  • Niesziekte, veroorzaakt door het feline herpesvirus
  • Niesziekte, veroorzaakt door het feline calicivirus
  • Feline leukemie virus (FeLV)
  • Niesziekte, veroorzaakt door chlamydophila felis
  • Niesziekte, veroorzaakt door de bacterie berdetella bronchiseptica
  • Hondsdolheid (Rabies)
  • Feline infectieuze peritonitis (FIP)


Welke vaccins heeft mijn kat nodig?

Vaccinaties kunnen verdeeld worden in basisvaccinaties en bijkomende vaccinaties. 
De basisvaccinaties zijn belangrijk voor elke kat. 
De bijkomende vaccinaties moeten worden gegeven afhankelijk van de individuele behoefte van de kat. 
Deze behoefte is afhankelijk van het risico dat de kat loopt op een infectie. Dat risico wordt bepaald op basis van de leeftijd van de kat, zijn levensstijl en het contact met andere katten. Dit wordt een vaccinatie op maat genoemd.


De basisvaccinaties

De basisvaccinaties zijn die tegen Kattenziekte, Feline herpesvirus en Feline calicivirus

Kattenziekte:
Het feline panleukopenie virus veroorzaakt een ernstige en vaak dodelijk verlopende ziekte. Vaccineren is erg effectief en heeft er gelukkig voor gezorgd dat deze ziekte bijna niet meer voorkomt. Ger is echter een zeer besmettelijk virus dat bovendien heel goed kan overleven in de omgeving. Vaccinatie blijft daarom van belang. Kattenziekte wordt ook wel 'kattenparvo' genoemd en katten kunnen ook besmet raken met sommige varianten van het parvovirus van de hond.

Feline herpesvirus:
Wanneer een kat eenmaal is besmet met het feline herpesvirus, dan zal hij een korte periode griepachtige verschijnselen laten zien. 

Deze verschijnselen zijn gekenmerkt door vieze ogen, neusuitvloeiing, niezen en ontsteking in de bek. 
Deze aandoening wordt ook wel ''niesziekte'' genoemd. De sympthomen zullen verdwijnen, maar het virus zal latent ('sluimerend') in het lichaam aanwezig blijven. Hierdoor kan de kat regelmatig last krijgen van luchtweginfecties en/of oogproblemen. 
Stress kan de ziekte weer tot uiting doen komen. Besmetting treedt voornamelijk op na intensief contact met andere katten. 
Vaccinatie vermindert de verspreiding van het virus van kat naar kat (bijv. tijdens kattenshows, in een pension of in de kennels van een dierenartsenpraktijk), de ernst van de ziekte na infectie en het vermindert het aantal periodes dat de chronisch besmette kat ook echt ziek is.

Feline calicivirus:
Net zoals het feline herpesvirus, leidt het calicivirus tot niesziekte. Vaak gaat die gepaard met zweervorming in de bek. 

Sommige katten overwinnen de ziekte, andere katten raken chronisch besmet met niesziekte. 
Er bestaan verschillende soorten van het calicivirus, en het vaccin is gericht op de meest ernstige soorten. 
De aanwezigheid van verschillende virussoorten, en de mogelijkheid van katten om chronisch besmet te raken (mogelijk al als jonge kitten voor de eerste vaccinatie), verklaren waarom sommige katten nog steeds symptomen van een calcivirusinfectie laten zien, ondanks de vaccinatie. Echter, net als met het herpesvirus, wordt vaccineren sterk aanbevolen om de frequentie en de ernst van de klinische symptomen te verminderen.


Bijkomende vaccinaties

Afhankelijk van de situatie van uw kat zijn de meest gegeven bijkomende vaccinaties die tegen Feline leukemie virus, chlamydophila felis, Bordetella bronchiseptica en rabies.

Feline leukemie virus:
Het feline leukemie virus, FeLV, verspreidt zich via het speeksel van de kat. Katten kunnen besmet raken wanneer ze elkaar wassen of etens- en drinkbakjes delen of door de beet van een besmette kat. Daarnaast kunnen kittens al in de baarmoeder besmet raken via de placenta en kan het virus overgedragen worden tijdens de dekking. Katten die met meerdere katten in een huis leven of katten die zowel binnens- als buitenshuis leven, lopen het grootste risico op deze besmetting. Een alleen levende kat die binnen wordt gehouden, loopt geen risico en hoeft niet gevaccineerd te worden. In Nederland is het risico op een infectie met FeLV in het algemeen laag. 

Wij zullen het risico op infectie bij uw kat meenemen in de beslissing of er wel of niet tegen FeLV gevaccineerd moet worden.

Chlamydophila felis:
Een bacteriele infectie met Chlamydophelia felis veroorzaakt een oogbindvliesontsteking (ontsteking van het slijmvlies van het oog) en een ontsteking van de hoge en lage luchtwegen. Jonge kittens zijn het meest gevoelig, vaak zijn ze op een leeftijd waarop ze nog te jong zijn om gevaccineerd te worden. Katten met Chlamydiophila felis infectie kunnen worden behandeld met een geschikt antibioticum. Vaccinatie wordt niet voor alle katten aangeraden. Zijn er meerdere katten in een huis besmet, dan kan vaccinatie zinvol zijn.

Bordetella bronchiseptica:
Een bacteriele infectie met Bordetella bronchiseptica kan leiden tot luchtwegproblemem die zich uiten als hoesten en een lonfontsteking. Deze bacterie is ook een van de veroorzakers van kennelhoest bij de hond. Katten die met meerdere katten in huis leven of katten die samenwonen met honden lopen het hoogste risico. Katten die een hoger risico lopen, kunnen standaard gevaccineerd worden. De vaccinatie kan ook plaats vinden op strategische momenten, zoals net voor het weg brengen naar een pension waar eerder de ziekte door Bordetella bronchiseptica is voorgekomen. Er is een neusdruppelenting waarbij de entvloeistof in de neusopening gedruppeld wordt. de neusdruppelvaccinatie geeft ook lokaal, op de plaats van toediening, een afweerreactie in de luchtwegen.

Rabies (hondsdolheid):
Een rabiesvaccinatie is verplicht voor dieren die meegaan (op vakantie) naar het buitenland. Informeer tijdig voor vertrek bij ons naar de eisen, die per land kunnen verschillen.In Nederland is de ziekte niet inheems, maar in het buitenland kunnen vossen en soms honden besmet zijn. Bij vleermuizen, ook in Nederland, komt een ander type rabiesvirus voor.

 De kat is ook gevoelig voor dit type virus maar het risico op infectie is zeer klein.


Hoe vaak moet ik mijn kat laten vaccineren?

Elke kat behoort een eerste set basisvaccinaties te krijgen. 
Die set bestaat uit twee injecties die met een interval van 3 -  4 weken van elkaar gegeven worden, de eerste meestal vanaf een leeftijd vanaf ongeveer 9 weken oud. Indien er een groot risico bestaat op infectie kan er al geadviseerd worden om op jongere leeftijd al te vaccineren bijv. op 6 weken. Op dat moment kan er ook bepaald worden welke bijkomende vaccinaties nodig zijn. 
Om zeker te zijn van een goede aanhoudende bescherming, moet er een jaar later een herhalingsvaccinatie plaatsvinden. 
Daarna hangt de frequentie van de vaccinatie af van de levensstijl en het risico dat de individuele kat loopt.

Tot nu toe luidde het advies van vaccinproducten om jaarlijks te hervaccineren, aangezien alle productregistraties gebaseerd waren op een gegarandeerde werkingsduur van een jaar. Veelal was de minimale duur van de bescherming ook niet bekend. 

Uit verschillende nieuwe studies blijkt dat kattenziektevaccins echter veel langer werkzaam zijn, namelijk minstens drie jaar. 
Dit kan tot een aanpassing van de vaccinatieschema's leiden waardoor  uw kat niet meer elk jaar alle vaccinaties hoeft te ontvangen.

Het blijft natuurlijk wel belangrijk om jaarlijks bij ons langs te gaan voor een algehele gezondheidscontrole. 

Op dat moment kan dan tegelijkertijd bepaald worden of en welke vaccinatie nodig is. 
 Een niesziektevaccinatie is voor veel katten nog wel aan te raden. Zo krijgt uw kat een vaccinatieadvies op maat.

Katten die regelmatig naar een pension gebracht worden moeten jaarlijks gevaccineerd worden, vanwege de voorschriften en verzekeringsvoorwaarden van het pension en vanwege het hogere besmettingsgevaar. 

De vaccinatie moet minimaal twee weken voor het pensionverblijf gegeven worden.


Conclusie

Vaccineren is een veilige ingreep, die op effectieve wijze de uitbraak van ernstige ziekten in de kattenpopulatie drastisch heeft verminderd. Vaccinaties zijn van belang om deze ziekten te blijven voorkomen. 
Dat betekend echter niet dat het toedienen van een vaccin geheel zonder enig risico is en een weloverwogen gebruik is op zijn plaats. Overleg daarom altijd met ons.



Wil je meer informatie kijk deze film
Dierenkliniek de Wingerd
Wingerdweg 1
1031 BW Amsterdam
Telefoon: 020 636 17 43
balie@dierenkliniekdewingerd.com

Open: ma-vr 09:00-18:00
Wij werken op afspraak.

​
© Dierenkliniek de Wingerd                                                                                           
2011 - 2019